BLOEMENZEE
FLORAL SEA / BLOEMENZEE
𝑴𝒊𝒋𝒏 𝒐𝒑𝒂 𝒗𝒆𝒓𝒘𝒆𝒌𝒕 𝒊𝒏 𝒅𝒆 19𝒆 𝒆𝒆𝒖𝒘, 𝒈𝒆𝒃𝒐𝒐𝒓𝒕𝒆𝒋𝒂𝒂𝒓1889 𝒐𝒗𝒆𝒓𝒍𝒊𝒋𝒅𝒕.
𝑰𝒏𝒕𝒆𝒓𝒆𝒔𝒔𝒂𝒏𝒕𝒆 𝒔𝒑𝒂𝒏𝒏𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒂𝒇𝒔𝒑𝒓𝒂𝒂𝒌𝒋𝒆𝒔 𝒎𝒆𝒕 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒖𝒘𝒆 𝒗𝒓𝒊𝒆𝒏𝒅𝒋𝒆 𝒌𝒂𝒏 𝒊𝒌 𝒃𝒆𝒅𝒓𝒐𝒆𝒇𝒅 𝒐𝒑 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒅𝒓𝒐𝒎𝒆𝒓𝒊𝒈𝒆 𝒕𝒊𝒆𝒏𝒆𝒓𝒃𝒖𝒊𝒌 𝒔𝒄𝒉𝒓𝒊𝒋𝒗𝒆𝒏.
𝑮𝒆𝒕𝒂𝒂𝒏𝒅 𝒅𝒓𝒖𝒌𝒕 𝒅𝒆 𝒊𝒎𝒑𝒐𝒔𝒂𝒏𝒕𝒆 𝒎𝒂𝒏 𝒎𝒆𝒕 𝒆𝒆𝒏 𝒑𝒓𝒂𝒄𝒉𝒕 𝒗𝒂𝒏 𝒆𝒆𝒏 𝒈𝒆𝒍𝒖𝒌𝒛𝒂𝒍𝒊𝒈𝒆 𝒈𝒍𝒊𝒎𝒍𝒂𝒄𝒉 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒈𝒆𝒘𝒊𝒄𝒉𝒕 𝒐𝒑 𝒅𝒆 𝒃𝒂𝒂𝒓. 𝒁𝒐𝒏𝒅𝒆𝒓 𝒛𝒐𝒏 𝒆𝒏 𝒓𝒊𝒆𝒕𝒆𝒏 𝒛𝒐𝒎𝒆𝒓𝒉𝒐𝒆𝒅 𝒅𝒆𝒛𝒆 𝒌𝒆𝒆𝒓. 𝑬𝒆𝒏 𝒈𝒍𝒂𝒅 𝒈𝒍𝒂𝒏𝒛𝒆𝒏𝒅 𝒉𝒂𝒂𝒔𝒕 𝒍𝒆𝒗𝒆𝒏𝒅𝒊𝒈 𝒉𝒐𝒐𝒇𝒅, 𝒎𝒆𝒕 𝒅𝒆 𝒎𝒆𝒆𝒔𝒕 𝒛𝒂𝒄𝒉𝒕𝒆 𝒖𝒊𝒕𝒔𝒕𝒓𝒂𝒍𝒊𝒏𝒈, 𝒍𝒊𝒋𝒌𝒕 𝒎𝒊𝒋 𝒐𝒑 𝒅𝒊𝒕 𝒂𝒍𝒍𝒆𝒔 𝒃𝒆𝒔𝒍𝒊𝒔𝒔𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒎𝒐𝒎𝒆𝒏𝒕 𝒊𝒏 𝒕𝒆 𝒕𝒊𝒋𝒅 𝒕𝒐𝒆 𝒕𝒆 𝒔𝒑𝒓𝒆𝒌𝒆𝒏.
𝑵𝒆𝒕 𝒂𝒍𝒔 𝒊𝒏 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒋𝒆𝒖𝒈𝒅 𝒕𝒐𝒆𝒏 𝒘𝒆 𝒂𝒑𝒑𝒆𝒍𝒔 𝒑𝒍𝒖𝒌𝒕𝒆𝒏 𝒆𝒏 𝒓𝒊𝒋𝒑𝒆 𝒑𝒓𝒖𝒊𝒎𝒆𝒏 𝒓𝒂𝒂𝒑𝒕𝒆𝒏 𝒕𝒖𝒔𝒔𝒆𝒏 𝒉𝒐𝒈𝒆 𝒇𝒓𝒖𝒊𝒕𝒃𝒐𝒎𝒆𝒏 𝒊𝒏 𝒅𝒆 𝒅𝒐𝒏𝒌𝒆𝒓 𝒇𝒍𝒖𝒊𝒔𝒕𝒆𝒓𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒃𝒐𝒐𝒎𝒈𝒂𝒂𝒓𝒅 𝒅𝒊𝒆 𝒈𝒆𝒉𝒆𝒊𝒎𝒆𝒏 𝒍𝒆𝒆𝒌 𝒕𝒆 𝒌𝒐𝒆𝒔𝒕𝒆𝒓𝒆𝒏. 𝑫𝒆 𝒈𝒍𝒊𝒎𝒎𝒆𝒏𝒅 𝒈𝒆𝒔𝒍𝒆𝒑𝒆𝒏 𝒛𝒆𝒊𝒔 𝒈𝒍𝒊𝒋𝒅𝒕 𝒔𝒐𝒆𝒑𝒆𝒍 𝒅𝒐𝒐𝒓 𝒌𝒓𝒖𝒊𝒅𝒊𝒈 𝒈𝒓𝒂𝒔. 𝑯𝒐𝒈𝒆 𝒌𝒍𝒆𝒖𝒓𝒊𝒈𝒆 𝒃𝒆𝒓𝒎𝒆𝒏 𝒗𝒐𝒓𝒎𝒆𝒏 𝒆𝒆𝒏 𝒆𝒓𝒆𝒉𝒂𝒂𝒈. 𝑮𝒓𝒐𝒕𝒆𝒔𝒌, 𝒅𝒆 𝒎𝒆𝒔𝒔𝒄𝒉𝒆𝒓𝒑𝒆 𝒛𝒆𝒊𝒔 𝒅𝒊𝒆 𝒉𝒆𝒎 𝒏𝒖 𝒊𝒔 𝒌𝒐𝒎𝒆𝒏 𝒉𝒂𝒍𝒆𝒏. 𝑯𝒊𝒋 𝒉𝒆𝒆𝒇𝒕 𝒆𝒓 𝒗𝒓𝒆𝒅𝒆 𝒎𝒆𝒆. 𝒁𝒊𝒋𝒏 𝒓𝒐𝒏𝒅𝒃𝒐𝒓𝒔𝒕𝒊𝒈𝒆 𝒗𝒓𝒐𝒆𝒈 𝒐𝒗𝒆𝒓𝒍𝒆𝒅𝒆𝒏 𝒅𝒐𝒏𝒌𝒆𝒓𝒉𝒂𝒓𝒊𝒈𝒆 𝑴𝒂𝒕𝒂 𝑯𝒂𝒓𝒊 𝒘𝒖𝒊𝒇𝒕 𝒉𝒆𝒎 𝒕𝒐𝒆. 𝑳𝒂𝒏𝒈𝒛𝒂𝒂𝒎 𝒗𝒆𝒓𝒗𝒂𝒂𝒈𝒕 𝒉𝒂𝒂𝒓 𝒃𝒆𝒆𝒍𝒕𝒆𝒏𝒊𝒔. 𝑯𝒊𝒋 𝒗𝒐𝒆𝒍𝒕 𝒉𝒂𝒂𝒓 𝒘𝒆𝒍𝒗𝒊𝒏𝒈𝒆𝒏. 𝑷𝒓𝒐𝒆𝒇𝒕 𝒉𝒂𝒂𝒓 𝒎𝒐𝒏𝒅. 𝑮𝒆𝒍𝒖𝒌. 𝑯𝒆𝒕 𝒗𝒐𝒆𝒍𝒕 𝒗𝒆𝒓𝒕𝒓𝒐𝒖𝒘𝒅 𝒂𝒍𝒔𝒐𝒇 𝒉𝒊𝒋 𝒎𝒆𝒕 𝒌𝒂𝒎𝒆𝒓𝒂𝒅𝒆𝒏 𝒓𝒐𝒏𝒅 𝒅𝒆 𝒘𝒂𝒓𝒎𝒆 𝒌𝒂𝒄𝒉𝒆𝒍 𝒛𝒊𝒕. 𝑻𝒆𝒗𝒓𝒆𝒅𝒆𝒏 𝒑𝒊𝒋𝒑 𝒓𝒐𝒌𝒆𝒏𝒅. 𝒁𝒊𝒋𝒏 𝒐𝒈𝒆𝒏 𝒗𝒐𝒍𝒈𝒆𝒏 𝒅𝒆 𝒘𝒊𝒍𝒍𝒆𝒌𝒆𝒖𝒓𝒊𝒈 𝒐𝒑𝒔𝒕𝒊𝒋𝒈𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒈𝒆𝒖𝒓𝒘𝒐𝒍𝒌𝒋𝒆𝒔. 𝑯𝒊𝒋 𝒊𝒔 𝒗𝒆𝒓𝒕𝒓𝒐𝒖𝒘𝒅 𝒎𝒆𝒕 𝒅𝒊𝒕 𝒐𝒑𝒔𝒕𝒊𝒋𝒈𝒆𝒏.
𝑮𝒆𝒖𝒓𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒃𝒍𝒐𝒆𝒎𝒆𝒏 𝒗𝒆𝒓𝒅𝒓𝒊𝒋𝒗𝒆𝒏 𝒋𝒂𝒓𝒆𝒏 𝒗𝒐𝒍 𝒂𝒈𝒓𝒆𝒔𝒔𝒊𝒆 𝒆𝒏 𝒏𝒂𝒓𝒊𝒈𝒉𝒆𝒊𝒅. 𝑬𝒆𝒏 𝒕𝒐𝒂𝒔𝒕 𝒐𝒑 𝒛𝒊𝒄𝒉𝒛𝒆𝒍𝒇, 𝒅𝒆 𝒏𝒂𝒕𝒖𝒖𝒓, 𝒉𝒆𝒕 𝒇𝒊𝒋𝒏𝒆 𝒍𝒆𝒗𝒆𝒏 𝒛𝒊𝒋𝒏, 𝒃𝒆𝒔𝒏𝒐𝒓𝒅𝒆 𝒌𝒂𝒎𝒆𝒓𝒂𝒅𝒆𝒏, 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒗𝒓𝒐𝒖𝒘𝒆𝒏, 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒌𝒊𝒏𝒅𝒆𝒓𝒆𝒏 𝒆𝒏 𝒌𝒍𝒆𝒊𝒏𝒌𝒊𝒏𝒅𝒆𝒓𝒆𝒏.
𝑵𝒐𝒐𝒊𝒕 𝒎𝒆𝒆𝒓 𝒛𝒐𝒖 𝒊𝒌, 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒌𝒍𝒆𝒊𝒏𝒅𝒐𝒄𝒉𝒕𝒆𝒓, 𝒅𝒊𝒕 𝒌𝒂𝒍𝒎𝒆 𝒉𝒐𝒐𝒇𝒅 𝒎𝒆𝒕 𝒇𝒆𝒓𝒎𝒆 𝒌𝒂𝒂𝒌𝒍𝒊𝒋𝒏 𝒗𝒐𝒐𝒓𝒛𝒊𝒄𝒉𝒕𝒊𝒈 𝒔𝒄𝒉𝒆𝒓𝒆𝒏. 𝑬𝒆𝒏 𝒓𝒊𝒕𝒖𝒆𝒆𝒍 𝒘𝒂𝒂𝒓𝒗𝒂𝒏 𝒉𝒊𝒋 𝒕𝒆𝒍𝒌𝒆𝒏𝒔 𝒊𝒏 𝒔𝒕𝒊𝒍𝒕𝒆 𝒈𝒆𝒏𝒐𝒐𝒕. 𝑯𝒆𝒕 𝒈𝒆𝒉𝒐𝒐𝒓𝒂𝒑𝒑𝒂𝒓𝒂𝒂𝒕, 𝒅𝒂𝒕 𝒍𝒆𝒆𝒌 𝒐𝒑 𝒆𝒆𝒏 𝒗𝒆𝒓𝒈𝒖𝒍𝒅𝒆 𝒉𝒊𝒑𝒑𝒆 𝒘𝒂𝒍𝒌𝒎𝒂𝒏, 𝒍𝒂𝒈 𝒌𝒐𝒓𝒕𝒔𝒕𝒐𝒏𝒅𝒊𝒈 𝒘𝒆𝒓𝒌𝒆𝒍𝒐𝒐𝒔 𝒐𝒑 𝒕𝒂𝒇𝒆𝒍. 𝑴𝒊𝒋𝒏 𝒕𝒊𝒆𝒏𝒆𝒓𝒗𝒊𝒏𝒈𝒆𝒓𝒔 𝒔𝒑𝒂𝒏𝒅𝒆𝒏 𝒅𝒆 𝒉𝒖𝒊𝒅 𝒃𝒆𝒉𝒐𝒆𝒅𝒛𝒂𝒂𝒎 𝒐𝒑.
𝑬𝒏𝒌𝒆𝒍𝒆 𝒅𝒂𝒈𝒆𝒏 𝒍𝒂𝒕𝒆𝒓 𝒃𝒖𝒊𝒈 𝒊𝒌 𝒎𝒆 𝒐𝒗𝒆𝒓 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒆𝒙𝒂𝒎𝒆𝒏. 𝑫𝒆 𝒓𝒆𝒔𝒕 𝒗𝒂𝒏 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒓𝒐𝒖𝒘𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒇𝒂𝒎𝒊𝒍𝒊𝒆 𝒗𝒖𝒍𝒕 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒍𝒆𝒈𝒆 𝒑𝒍𝒆𝒌 𝒊𝒏 𝒅𝒆 𝒉𝒂𝒓𝒅𝒆 𝒌𝒆𝒓𝒌𝒃𝒂𝒏𝒌𝒆𝒏 𝒕𝒊𝒋𝒅𝒆𝒏𝒔 𝒅𝒆 𝒃𝒆𝒈𝒓𝒂𝒇𝒆𝒏𝒊𝒔.
𝑫𝒐𝒐𝒓 𝒅𝒆 𝒐𝒑𝒕𝒊𝒔𝒄𝒉 𝒈𝒓𝒐𝒕𝒆 𝒓𝒂𝒎𝒆𝒏 𝒗𝒂𝒏 𝒉𝒆𝒕 𝒔𝒄𝒉𝒐𝒐𝒍𝒈𝒆𝒃𝒐𝒖𝒘 𝒈𝒍𝒊𝒋𝒅𝒕 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒃𝒍𝒊𝒌 𝒍𝒊𝒄𝒉𝒕 𝒗𝒆𝒓𝒔𝒕𝒓𝒐𝒐𝒊𝒅 𝒏𝒂𝒂𝒓 𝒅𝒆 𝒍𝒊𝒄𝒉𝒕𝒃𝒍𝒂𝒖𝒘𝒆 𝒉𝒆𝒎𝒆𝒍. 𝑶𝒑 𝒅𝒆 𝒂𝒄𝒉𝒕𝒆𝒓𝒈𝒓𝒐𝒏𝒅 𝒇𝒍𝒂𝒓𝒅𝒆𝒏 𝒅𝒐𝒓𝒑𝒔𝒌𝒆𝒓𝒎𝒊𝒔𝒈𝒆𝒍𝒖𝒊𝒅𝒆𝒏. 𝑰𝒏 𝒅𝒆 𝒗𝒆𝒓𝒕𝒆 𝒗𝒐𝒐𝒓𝒔𝒑𝒆𝒍𝒍𝒆𝒏𝒅 𝒅𝒐𝒏𝒌𝒆𝒓 𝒌𝒍𝒐𝒌𝒈𝒆𝒍𝒖𝒊.
𝑰𝒌 𝒓𝒆𝒂𝒍𝒊𝒔𝒆𝒆𝒓 𝒎𝒆 𝒎𝒂𝒂𝒓 𝒂𝒍 𝒕𝒆 𝒈𝒐𝒆𝒅 𝒉𝒆𝒕 𝒅𝒊𝒍𝒆𝒎𝒎𝒂 𝒅𝒊𝒆 𝒅𝒂𝒈. 𝑰𝒌 𝒘𝒊𝒍𝒅𝒆 𝒅𝒊𝒕 𝒉𝒂𝒍𝒆𝒏 𝒆𝒏 𝒔𝒕𝒐𝒓𝒕𝒕𝒆 𝒎𝒆 𝒗𝒐𝒍𝒍𝒆𝒅𝒊𝒈 𝒐𝒑 𝒅𝒆 𝒆𝒊𝒏𝒅𝒆𝒍𝒐𝒛𝒆 𝒓𝒆𝒆𝒌𝒔 𝒘𝒆𝒆𝒓𝒃𝒂𝒓𝒔𝒕𝒊𝒈𝒆 𝒗𝒓𝒂𝒈𝒆𝒏. 𝑰𝒌 𝒔𝒄𝒐𝒐𝒓 𝒅𝒊𝒆 𝒅𝒂𝒈 𝒕𝒘𝒆𝒆 𝒏𝒆𝒈𝒆𝒏𝒔. 𝑽𝒐𝒐𝒓 𝑫𝒖𝒊𝒕𝒔 𝒆𝒏 𝒏𝒐𝒈 𝒆𝒆𝒏 𝒗𝒂𝒌.
𝑳𝒆𝒆𝒈𝒕𝒆. 𝑫𝒓𝒖𝒌𝒌𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒍𝒆𝒆𝒈𝒕𝒆 𝒆𝒏 𝒉𝒂𝒓𝒕𝒆𝒏𝒑𝒊𝒋𝒏. 𝑰𝒌 𝒛𝒐𝒖 𝒅𝒆𝒛𝒆 𝒏𝒐𝒓𝒔𝒆, 𝒈𝒆𝒌𝒘𝒆𝒍𝒅𝒆, 𝒍𝒊𝒑𝒍𝒆𝒛𝒆𝒏𝒅𝒆, 𝒉𝒂𝒓𝒅𝒘𝒆𝒓𝒌𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒎𝒂𝒏 𝒖𝒊𝒕 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒋𝒆𝒖𝒈𝒅 𝒏𝒐𝒐𝒊𝒕 𝒎𝒆𝒆𝒓 𝒂𝒍𝒔 𝒗𝒐𝒍𝒍𝒆𝒆𝒓𝒅 𝒂𝒄𝒕𝒆𝒖𝒓 𝒘𝒆𝒆𝒓𝒛𝒊𝒆𝒏. 𝑫𝒓𝒊𝒇𝒕𝒊𝒈 𝒛𝒘𝒂𝒂𝒊𝒆𝒏𝒅 𝒎𝒆𝒕 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒔𝒕𝒐𝒌. 𝑰𝒏 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒃𝒆𝒍𝒆𝒗𝒊𝒏𝒈 𝒑𝒐𝒆𝒅𝒆𝒍𝒏𝒂𝒂𝒌𝒕, 𝒎𝒂𝒂𝒓 𝒘𝒆𝒍 𝒅𝒆𝒈𝒆𝒍𝒊𝒋𝒌 𝒈𝒆𝒉𝒖𝒍𝒅 𝒊𝒏 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒖𝒘𝒔𝒕𝒆 𝒂𝒑𝒑𝒆𝒍𝒕𝒋𝒆𝒔 𝒃𝒊𝒌𝒊𝒏𝒊.
𝑰𝒌 𝒗𝒐𝒍𝒈 𝒉𝒆𝒕 𝒑𝒂𝒅 𝒓𝒊𝒄𝒉𝒕𝒊𝒏𝒈 𝒈𝒓𝒐𝒆𝒏𝒕𝒆𝒕𝒖𝒊𝒏. 𝑯𝒆𝒕 𝒑𝒂𝒅 𝒅𝒂𝒕 𝒅𝒆𝒄𝒆𝒏𝒏𝒊𝒂𝒍𝒂𝒏𝒈 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒈𝒆𝒘𝒊𝒄𝒉𝒕 𝒆𝒏 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒔𝒄𝒉𝒂𝒅𝒖𝒘 𝒉𝒆𝒆𝒇𝒕 𝒈𝒆𝒅𝒓𝒂𝒈𝒆𝒏. 𝑯𝒆𝒕 𝒑𝒂𝒅 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒅𝒆 𝒆𝒆𝒖𝒘𝒆𝒏𝒐𝒖𝒅𝒆 𝒑𝒆𝒓𝒆𝒏𝒃𝒐𝒐𝒎 𝒗𝒂𝒏 𝒛𝒊𝒋𝒏 𝒓𝒆𝒖𝒔𝒂𝒄𝒉𝒕𝒊𝒈𝒆 𝒔𝒐𝒌𝒌𝒆𝒍 𝒊𝒔 𝒈𝒆𝒓𝒖𝒌𝒕.
REBELLION IN VENICE _STORY
Subtitle : B(L)ACK FROM MARS
Strak turend leunt ze tegen het raam. Haar neusafdruk en frons van een uur geleden reist mee.
Venetië ligt ten Noord Westen van de aquamarijn blauwe Adriatische Zee. Kleine afdrukken van hoge kabouterhuisjes, afwisselend mooie koepels op schaal met pleinen, kanalen en ontelbare bruggetjes.
De rat zit onverstoorbaar in zijn kooi. Hij lijkt in rust. Zijn snorharen bewegen echter vliegensvlug tussen de tralies door.
Venetië daar woont zijn familie. Hij is daar op de trouwerij van zijn neef Black Dahlia geweest. De op een na zwartste getatoëerde rat ooit. Heftig sujet. Maar een schatje. Net als zijn blank rossige uitheemse bruid Blixa. Zij komt van ver. Maar is gebleven. Hij piept gniffelend zo waarachtig mooi is ze.
Hij komt zelf van Mars luiden de verhalen.
Kom op zeg een droge rode oneetbare planetoïde. Niemand die hem ook maar gelooft.
Geen vuiltje aan de lucht en pure zwaartekracht. Aanstaande babies zouden er letterlijk geplet door raken. Geen palen om in te bijten. Gestolen aangevreten tomaten vol lood. Een zwaar saai turbulent leven zo ronddraaien. Tollend in de ruimte.
Hoe ze hier bij neef Black Daliah is beland, die met gemak een hele tafel tapas verorberd of hemelse sushi tussen zijn bijtgrage tanden neemt. Het biologeert hem.
Net als die kat Katelijn Fenix katerpoes die hem stalkt. Hij maakte korte metten met haar. Dacht ie. Even later stond ze weer te jengelen en vreselijk te deinen. Van de 12e verdieping omlaag als een omgekeerde tornado en géén schrammetje.
Haar vel zat los. Haar tanden ongelooflijk vast. Haar botten krachtiger dan ooit.
Fenix was geen doorsnee poesje. Ze wist andersom dat ze aan Killbill al haar zachte poten vol had. De daarop volgende nacht slijpt hij zijn tanden en sluipt uit de kooi.
De koning met koetsier voor op de bok laat zich genietend verwennen. Onder ruches en smalle broekspijpen groeit zijn mannelijkheid. Zijn roze konen giechelen. Haar lippen bedwelmen.
De koets hupt vertwijfeld verder. Bij Venetië wordt het rustiger daar is alles roverzichtelijk recht. Geen rovers achter rotsen te bekennen. Zijn geurende wijdbeense tamarinde bevallen hem. Het doodt de tijd. Heerlijk jolijt.
De kelder meurt naar vocht. Zijn wenkbrauwen versperren zijn al even koude gevreesde blik. Zijn handen grijpen krampachtig naar het vuur. Hij speelt met de schaduwen. Knauwt een mars. Zijn plastic horloge is in zijn huid gesmolten. Zo is hij altijd bij de tijd. Hij smelt alles. Smelten is zijn leven.
Killbill hoort gelach. Onderdrukt gekuch. Geruis van struiken, gras neerstrijkend gekreun. Hij bedenkt zich geen moment. De koetsier staat voyerend achter een boom en houdt zichzelf met moeite staande. Het spektakel bloeit boeit en laat de schaduw van de boom uitstulpen. Hij slaat geen acht meer op zijn hernia .
Killbill verschuilt zich in de koets met prinsheerlijk uitzicht. Hij hoort ze keuvelen. Enfin gekwebbel mag hoor. De chaperonnes helpen de Koning een handje. Zijn corpus en zijn kleren vullen de ruimte tussen zijn maitresses op.
Opeengepakt naar Venetië. Bella Italia. Het land van pausen, Kerk, Staat Bologna, Triëst, Genua, Verona, Michelangelo, verdovende wijn. Eeuwigdurend zonlicht en middernachtsdromen.
Fenix zwerft. Aangekomen bij Castello rust ze even uit. Zoals altijd zoekt ze haar weg. Op naar Dorso Duro.
Onverschrokken. Die terreurrat. Wat een schat. Haar kegeltjesogen lichten op. Schitteren als de bevallige vallei met Florence bij nacht in het middelpunt.
Morveran rukt zich los van het vuur. De bel blaast hij groter grootser. Het verdampt zijn adem. Zijn kunststuk is bijna klaar. Nog even en zijn meesterstuk zal de koning doen huiveren.
De Rialtobrug weerkaatst in het maanlicht. Gemaskerde dames lachen met hoge stemmetjes tijdens het bal. De jonkheren buigen hun ballen bekneld in strakke maillots.
Deugdelijkheid staat ergens in kerken op kruizen. De absynth vloeit rijkelijk. Gutst tussen bewonderswaardige decolletés zo naar de kanalen waar de gondeliers de geliefden verschepen
De koning zijgt pontificaal breed in zijn koningszetel met uitwaaierende ruches. Hier en daar een been. Zijn vlezige lippen leunen tegen het masker. Morgen komt het erop aan.
Hij zal haar tot koningin maken. Zijn geschenk zal ze niet kunnen weigeren. Hij smakt. Mooi hij geniet nu al.
Killbill is veilig aangekomen. Weliswaar wat wiebelig. Koetsen maken hem kotsmisselijk helaas. Er hangt iets om het woord koetsen denkt hij puffend.
Hij zweet als een otter maar kijkt oplettend. Er borrelen luchtbellen boven tussen kokend heet gas. Hij creëert hier het summum. Met glazige blik trekt hij zich abrupt terug. Plots onzichtbaar. De zware deur valt luid achter hem dicht.
Fenix zwaait vervaarlijk met haar zwierige meisjesstaart. Het garnizoen blinkende ratten heeft de grens bereikt vanuit Canal Grande en heet haar beslist niet welkom. Ze verdedigen hun kanalen hun stadsmuren met hand en tand.
De langdurige Choggia oorlogen zijn hier niets bij. Zij zint op een list. Grinnikt: 9 levens staan haar dat toe.
Killbill is haar niet vergeten. In de prille ochtend droomt hij van haar. Ze stoot hem aan. Ben je al wakker? Hij strijkt zijn haren plechtig glad. Fenix kijkt verlegen weg. Het is nogal wat. Zo diepzwart getatoëerd.
Dat overkomt haar nou nooit. Maar hij is indrukwekkend en laat haar niet onberoerd.
Bedreven likt ze haar pootjes schoon met haar prachtig roze tongetje. Hij ziet het. Kijkt even overweldigd weg. Ze spint en haar nagels gaan langzaam uit. Ze wordt voortgetrokken door de wolken op een wagen getrokken door wilde katten.
Killbill is inmiddels bij zijn familie beland. Na een feestmaal besluit hij Fenix eindelijk de waarheid te vertellen. Hij komt van Mars maar dat kan zij immers nooit weten.
Haar vacht voelt als fluweel Morveran twijfelt geen moment. Ze dronk de melk hmmm. Maar absynth begoochelt. Fenix haar hersenen zijn snel begoocheld. Ze dwaalde in op. Verre sterren naar planeten en gaf zich met haar flewelen vacht over aan alles wat ook maar getatoëerd was aan Killbill.
Morveran neemt haar poezelig in zijn armen. Hij huilt even. Zo zacht. "Kom" hij vermant zich. Het vuur duurt niet eeuwig. Het roept hem.
De zware geur van absynth doet nu volledig zijn werk. Fenix daalt af, verdwaalt. Doezelt weg dieper en dieper in gedachten bij haar diepzwarte adonis. Een schone slaapster in Santa Croce.
Hij houdt haar plechtig als offergave haar roze tongetje laat hij alsof het zo hoort. Haar gepoetste pootjes strijkt hij glad en legt ze devoot. Zo wil hij haar vereeuwigen.
Hij besluipt als eerste de gewapende poort zoekt een ingang. Verderop staan er duizenden een duizelingwekkend legioen. Klaar om toe te slaan. Killbill slaat zijn zweepstaart hard op de betonnen grond. Waarschuwend. Hij wacht nog even met luid krijsen totdat hij haar ziet. Hij en de anderen leveren een haast Javaans schaduw schouwspel.
De koning staat klaar. Hij is al vroeg gewekt, gebaad en meervoudig aangekleed. Zijn courtisane aan de andere zijde van de eindeloze vertrekken van het Doge paleis is geparfumeerd, gesoigneerd en torenhoog gekapt.
Fenix zuigt de frisse lucht begerig op, terwijl ze langzaam bijkomt. De courtisane glimlacht geheimzinnig. Streelt de fluwelen vacht van Fenix eindeloos.
Miljoenen ratten vormen een erehaag. De eerste courtisane schrijdt voorwaarts. Fenix als enig bruidsmeisje steelt de show. Haar Koning staat gereed. Hij trekt aan het touw en er ontstaat een spel van zilverend licht en blauw violette schakeringen.
De immense levensgrote vaas verbaast de ontstelde omstanders in grote mate. De afdruk is te zien van een neus. Van ogen, geschoren wenkbrauwen. Respect wie dit geblazen heeft is magischer dan magisch. Een creator.
Ze buigt vervolgens kust ze de koning. De bekroning van hun liefde. Het volk samengepakt op het San Marcoplein slaat instemmend met zijn staart.
Morveran fronste ooit in andere tijden zíjn wenkbrauwen. Het vuur heeft zijn kille ogen voorgoed gedoofd. Na dit staaltje is hij voorgoed geëlimineerd
Killbill zucht tevreden. Terug naar Mars is een optie maar Fenix is erg leuk. Snoezig zoals ze slaapt. Hij ziet haar zo voor het eerst.
Tóch maar niet in een kooi terug naar Mars met zijn neef!?